Huidige machtsverhoudingen vergen andere Veiligheidsraad VN
Voor Joris Voorhoeve, oud-minister, oud-staatsraad en voormalig directeur van het Instituut Clingendael, is een versterking van internationale organisaties als de VN en de EU cruciaal voor een vreedzame beslechting van conflicten. Dit punt komt ook aan bod in zijn recente boek Negen plagen tegelijk, hoe overleven we de toekomst.
Evenals Everts wees hij er tijdens de conferentie op dat de samenstelling van de Veiligheidsraad al lang niet meer overeenkomt met de machtsverhoudingen in de wereld. “De vijf permanente leden zijn de grote mogendheden van 1945. Zou de Veiligheidsraad opnieuw worden samengesteld, dan zou ook India nu een vaste zetel krijgen, evenals Brazilië en Zuid-Afrika. Daarentegen zou er waarschijnlijk nog maar één zetel voor de Europese Unie zijn.”
Een andere samenstelling van de Veiligheidsraad vereist een wijziging van het VN-verdrag. Aangezien de permanente leden een vetorecht hebben zal dat niet snel gebeuren. Wat als tussenoplossing wel kan, is afspreken dat bij de tien roulerende leden altijd een van bovengenoemde landen zit.
Het gezag van de VN hangt verder in belangrijke mate af van de secretaris-generaal. “Dag Hammerskjöld en Kofi Annan waren voorbeelden van sterke persoonlijkheden die allebei hun stempel op de organisatie wisten te drukken. De grote landen hebben echter de neiging volgzame kandidaten op deze post te benoemen, mensen waar ze niet te veel last van hebben.”
Een ander terugkerend probleem vormen de vredesoperaties. De VN is daarbij afhankelijk van de bereidheid van de lidstaten om troepen ter beschikking te stellen. “Er is op dit punt sprake van een dubbelhartige houding van de internationale gemeenschap. Enerzijds is er de voortdurende roep om ingrijpen, anderzijds zeggen veel landen als het erop aankomt: wij kunnen nu even niet meedoen.”